Geldtypetest
jonger dan 15
Check welk geldtype jij bent!
Vraag 1 van 10
*
Je krijgt € 100 van je oma, wat doe je ermee?
Bedankt oma, nu kan ik mijn ouders terugbetalen
Ik koop iets leuks; wat ik overhoud spaar ik
Ik geef het diezelfde dag nog uit; dat geld kon ik goed gebruiken
Ik zet het op mijn spaarrekening
Vraag 2 van 10
*
Leen jij wel eens geld uit?
Ja, maar ik maak wel duidelijke afspraken over terugbetalen
Nee, daar begin ik niet aan
Ik ben meestal zelf ook blut
Als ik het heb, is het geen probleem
Vraag 3 van 10
*
Je wilt een nieuwe mobiel, hoe pak je dat aan?
Ik neem de oude van mijn vader over
Ik ga gewoon naar een winkel en beslis in vijf minuten
Ik weet al wat het nieuwste model is: die wil ik hebben
Ik vergelijk de aanbiedingen en kies de beste deal
Vraag 4 van 10
*
Waarom zoek jij een bijbaantje?
Werken? Liever niet, dat doe ik later nog lang genoeg
Dan kan ik sneller sparen
Omdat ik graag wil kunnen kopen wat ik wil hebben
Op die manier doe ik vast werkervaring; handig voor later
Vraag 5 van 10
*
Check jij de afschrijvingen van je bankrekening?
Dat is niet echt nodig, ik geef toch liever zo min mogelijk uit
Ik kijk bijna elke dag omdat ik wil weten hoeveel ik nog heb
Niet nodig, ik merk het vanzelf wel als mijn geld op is
Ik check altijd even snel voordat ik ga afrekenen
Vraag 6 van 10
*
Je gaat snacken met een groepje vrienden, wat doe jij?
Ik geef mijn laatste tientje uit en trakteer
Ik betaal voor mezelf of stel voor om een gezamenlijke pot te maken
Ik wacht tot iemand vraagt of ik iets wil eten
Ik vraag meteen wat iedereen wil hebben en ik koop er nog wat extra's bij
Vraag 7 van 10
*
Weet jij hoeveel je per maand uitgeeft aan je mobiel?
Ja, ik check regelmatig zodat ik weet waar ik aan toe ben
Veel, maar ik heb het ervoor over
Ik doe zoveel mogelijk met gratis apps en open netwerken
Geen idee eigenlijk
Vraag 8 van 10
*
Je gaat voor het eerst snowboarden, hoe kom je aan je spullen?
De snowboard leen ik van een vriend, de rest koop ik in de uitverkoop
Snowboarden kan toch ook in mijn spijkerbroek
Ik wil niet voor gek lopen en koop nieuwe spullen van de goeie merken
De dag voor vertrek loop ik een sportzaak in en koop daar wat ik nodig heb
Vraag 9 van 10
*
Later...
Heb ik een villa, een sportwagen en een zwembad
Heb ik een leuk gezin en een baan waarmee ik genoeg verdien om me geen zorgen te hoeven maken
Wil ik graag op wereldreis, ik heb alleen het geld nog niet
Kan ik meteen mijn huis inrichten want daar spaar ik nu al voor
Vraag 10 van 10
*
Je bent je brood vergeten mee te nemen naar school, wat doe je?
Ik koop bij wijze van uitzondering een broodje in de kantine
Ik fiets in de pauze snel even terug naar huis of vraag of mijn moeder het komt brengen
Ik koop iets lekkers in de supermarkt, dat doe ik ook wel eens als ik wél brood mee heb
Ik vraag of één van mijn vrienden nog wat over heeft, ik geef hen ook wel eens wat