Als je werkt, is je werkgever verplicht je een loonstrook te geven. Bij sommige werkgevers krijg je dit digitaal, bij anderen op papier. Je kunt elke maand een loonstrookje krijgen, maar dat hoeft niet als je loon niet verandert.
Wat staat er op de loonstrook?
Bovenaan staan je persoonlijke gegevens zoals je adres en je burgerservicenummer. Daarnaast zie je informatie over je werkgever. Ook staat er hoeveel uren je hebt gewerkt, het fulltime brutosalaris, de betreffende maand en de gebruikte belastingtabel.
Vervolgens zie je onder elkaar:
- Je brutoloon.
- Toeslagen en vergoedingen, bijvoorbeeld onregelmatigheidstoeslag omdat je ook in de avond of het weekend werkt.
- Bruto SVW: dit is het SVW-loon, je brutoloon inclusief toeslagen. Over dit bedrag betaal je premies voor ziektekosten en verzekeringen.
- Het belastbaar loon: Loon LH. Dit is het loon waarover je loonheffing (belasting) betaalt.
- Nettoloon: het belastbaar loon min de betaalde belasting. Dit is het bedrag dat op je bankrekening wordt gestort.
Als je een reiskostenvergoeding krijgt, staat dit ook op het loonstrookje. Heb je geen loonstrookje gekregen? Vraag het dan na bij je werkgever. Hij is verplicht dit te geven. Als hij dat niet doet, kan het zijn dat je zwart werkt. Je brutoloon is dan gelijk aan je nettoloon. Je betaalt geen belasting en sociale premies. Zwart werken is verboden.
Goed bewaren!
Loonstrookjes zijn belangrijk om te bewaren. Je hebt ze nodig als je geld wilt terugvragen bij de Belastingdienst. Bovendien kun je zo altijd controleren of het aantal gewerkte uren klopt. Heb je niet te weinig of te veel salaris gekregen? Je kunt aan de hand van je loonstrookjes ook de verschillende maanden met elkaar vergelijken.
Als je minder dan het minimumloon verdient, krijg je onderbetaald.
Oorzaken van onderbetaling
De drie meest voorkomende redenen:
- Je werkgever vergeet je verjaardag: Als je nog geen 22 jaar bent, gaat je salaris elk jaar met je verjaardag omhoog. Houd dat in de gaten, werkgevers denken er vaak zelf niet aan.
- Jullie hebben nettoloon afspraken gemaakt: Het minimumloon gaat uit van brutobedragen. Misschien heb jij met je werkgever afspraken gemaakt over wat je netto verdient. Maar als je het omrekent naar bruto, klopt het niet met wat je zou moeten verdienen. Maak dus afspraken over je brutosalaris, dan kan er niets misgaan.
- Je loon is verkeerd berekend: Je werkgever kan ook een rekenfout maken. Hij gaat uit van de normale werktijd van een fulltimer (iemand die het maximale aantal uren per week werkt). Als 36 uur in de organisatie normaal is, dan moet jouw salaris daarop zijn gebaseerd. En dus niet op 40 uur. Want dan verdien je minder dan je zou moeten verdienen.
Wat kun je doen?
Krijg je minder dan het minimumloon? Bespreek het zo snel mogelijk met je werkgever en vraag of ze je salaris aanpassen. Wanneer je werkgever niet reageert, kun je een klacht indienen bij de Arbeidsinspectie.
Games, boeken, kleding: we kopen steeds meer op internet. Het kan anywhere, anytime: wat wil je nog meer? Maar om veilig online te winkelen, is het belangrijk dat je weet waar je op moet letten.
69% van de scholieren koopt weleens iets via internet
1. Prijzen vergelijken
Internetwinkels lijken vaak (veel) goedkoper dan gewone winkels. Maar dat hoeft niet echt zo te zijn. Vergelijk daarom eerst prijzen voordat je op de bestelknop klikt.
- Kennis van prijzen
Als je iets nog nooit hebt gekocht, heb je soms geen idee van een redelijke prijs. Misschien vind jij iets niet duur, maar blijkt dat het elders nog veel goedkoper is. Het is dus handig als je weet wat een redelijke prijs is voor een product.
- Wat is een redelijk bedrag?
Door prijzen en producten te vergelijken kun je beter inschatten wat een redelijk bedrag is voor je aankoop. Vergelijken kan op twee manieren: Vergelijk de prijs van precies hetzelfde product in verschillende winkels en op internet. Kijk naar vergelijkbare producten, in een paar winkels of via vergelijkingssites. Door prijzen te vergelijken merk je dat aanbiedingen niet altijd zo mooi zijn als ze lijken. Ga dus niet te snel op een aanbieding af.
- Kijk naar andere producteigenschappen
Let niet alleen op de prijs als je producten met elkaar vergelijkt. Ook belangrijk is: wat kun je er precies mee? Hoe ziet het eruit? Heb je garantie? Zijn er bijkomende kosten (zoals verzendkosten)? Bij sommige webwinkels betaal je boven een bepaald bedrag geen verzendkosten. Klinkt aantrekkelijk, maar bedenk eerst of je uiteindelijk toch niet duurder uit bent, omdat je meer koopt dan je van plan was. Als je weet wat je wensen en prioriteiten zijn, kun je producten niet alleen goed op prijs vergelijken, maar ook op andere kenmerken.
- Maak een keuze
Kies dat wat het meest aansluit bij je wensen en je budget. Moet het vooral zo goedkoop mogelijk? Of kies je voor iets duurder, maar wel met een mooier design of meer mogelijkheden? Let wel: het duurste is niet per se het beste…
2. Voorwaarden
Spijt van je aankoop? Bij een winkel kun je ruilen als je niet tevreden bent. Maar hoe zit dat bij de internetshop waar je iets hebt besteld? Lees daarom de voorwaarden al bij het bestellen goed door. Hoe kun je ruilen? Zijn daar kosten aan verbonden? Een pakketje terugsturen is immers niet altijd gratis.
3. Is de webwinkel betrouwbaar?
Webwinkels van bekende aanbieders kun je over het algemeen vertrouwen. Maar bij kleinere, onbekende winkels en op veiling- of advertentiewebsites, is het soms moeilijk om in te schatten of de verkoper zal doen wat hij belooft.
Tips
- Op de shopscan vind je tips waar je op kunt letten
- Of kijk voor de gevaren bij ‘Mijn pincode: Top secret?’
Advertenties, commercials, sponsoring: reclame is overal. En de invloed van reclame is groot. Als je weet hoe reclame werkt, laat je je er minder makkelijk door beïnvloeden.
14% van de scholieren vindt het moeilijk om zich niet door reclames te laten verleiden
Reclamemakers zijn uit op jouw geld
Voor je het weet heb je iets gekocht omdat je het van tv of sociale media kent en niet omdat je het nou zo nodig had. Koop daarom alleen iets als dat voor jou de beste keus is en als je het kunt betalen.
Vergelijk ook producten: wat is eigenlijk het verschil tussen die merkspijkerbroek en die goedkopere? Merken laten je graag geloven dat zij beter zijn. Maar dat is echt niet altijd zo.
Je betaalt voor een groot deel voor de naam. Reclame maken kost veel geld en die kosten moeten weer worden terugverdiend. Daar betaal jij aan mee als je een merk koopt.
Hoe werkt reclame?
Reclamemakers vertellen ons wie we kunnen zijn en hoe we ons kunnen voelen, door de kleding die we dragen of door de telefoon waarmee je belt. Producten worden aangeprezen met als doel dat je ze koopt. Maar of je dat doet, blijft natuurlijk je eigen keus.
Vormen van reclame
- Reclame op tv en radio
- Banners op twitter en Facebook
- Reclame in apps
- Advertenties in tijdschriften
- Proefverpakkingen
- Billboards en posters in bushokjes, op stations en langs de snelweg
- Producten of merken die in tv programma’s worden gepromoot of gebruikt
Bedrijven willen zo veel mogelijk die mensen bereiken waarvoor hun product is bedoeld. Zo zie je op een kinderzender geen reclame over wasmiddelen, maar wel voor speelgoed. En in tijdschriften voor jonge meiden kom je sneller reclame van make-up tegen dan in de Voetbal International. Dat gaat steeds verder: advertenties naast je mail, op Facebook en bij zoekmachines worden gefilterd op jouw profiel, zoektermen en onderwerpen.
Hoe denken reclamemakers over jongeren?
Reclamemakers zien jongeren als een doelgroep zonder vastgeroeste gewoontes. Het is voor reclamemakers een doelgroep die nog nadenkt over wie ze zijn en wat zij belangrijk vinden.
Jongeren laten dat bijvoorbeeld zien door bepaalde merken wel of juist niet te kopen omdat ze vinden dat een merk of product iets toevoegt aan hun persoonlijkheid. En daar maken reclamemakers handig gebruik van!
Er kunnen in je leven dingen gebeuren waar financiële risico’s bij komen kijken: je gaat reizen, er wordt ingebroken of misschien breekt er een stuk van je tand af. Voor deze risico’s kun je je verzekeren. Hieronder de belangrijkste verzekeringen.
1. Zorgverzekering
Als je meerderjarig bent, sluit je je eigen zorgverzekering af. Zo’n verzekering is verplicht voor iedereen boven de 18. Veel verzekeraars bieden een speciaal jongerenpakket. Naast de basisverzekering kun je kiezen voor aanvullende verzekeringen.
Een zorgverzekering kost al snel rond de 100 euro. Als 18-jarige heb je waarschijnlijk recht op zorgtoeslag. Dit bedrag is ongeveer 90 euro, dit moet je zelf aanvragen.
- Lees meer over zorgtoeslag op Nibud.nl
2. Aansprakelijkheidsverzekering
Als je iets kapot maakt of beschadigt van een ander, dan ben jij aansprakelijk voor de schade. Deze verzekering vergoedt de kosten daarvoor. Als je gaat studeren ben je meestal tot je 27ste met je ouders meeverzekerd in hun ‘aansprakelijkheidsverzekering particulieren’ (AVP).
Een ongeluk zit in een klein hoekje en kan hoge kosten met zich meebrengen. Deze verzekering is dus eigenlijk onmisbaar. Check bij je ouders na of je nog bij hen bent verzekerd. Lees goed in de voorwaarden na wat de uitzonderingen zijn.
3. Inboedelverzekering
Een inboedelverzekering vergoedt je spullen als er bijvoorbeeld brand is geweest. Duurdere inboedelverzekeringen betalen ook uit bij diefstal en vandalisme. Onder inboedel wordt niet alleen je meubels verstaan, maar ook kleding, je laptop en spelcomputer bijvoorbeeld. Het is belangrijk dat je inboedelverzekering de waarde van al je spullen dekt. Anders krijg je na een brand een te laag bedrag uitgekeerd om alles te kunnen vervangen.
Ga je op kamers, vraag dan na of er een inboedelverzekering bij de huurprijs is inbegrepen. Sommige verhuurders hebben een collectieve verzekering afgesloten.
Wat zijn uitsluitingen?
Er zijn risico’s of gebeurtenissen waarbij een verzekeraar geen geld uitkeert: de uitsluitingen. Een bekend voorbeeld is ‘opzet’, zoals het in brand steken van je eigen woning. Het is daarom belangrijk dat je bij de aanvraag alle vragen eerlijk beantwoord. Bijvoorbeeld de vragen over je gezondheid voor een levensverzekering. In de polisvoorwaarden vind je meer informatie over de uitsluitingen van jouw verzekering. Dan weet je precies waarvoor je wel en niet verzekerd bent.
Als je gebruik wilt maken van je verzekering, vul je de formulieren in die je samen met de polis hebt ontvangen. Kijk goed welke aanvullende documenten je mee moet sturen (een aankoopbewijs, rekening of de aangifte bij de politie). Als alles in orde is, wordt het geld naar je rekening overgemaakt.
Verzekeringen afsluiten
Sommige verzekeringen (zoals een reisverzekering) kun je online afsluiten. Je hebt altijd een bedenktijd (meestal 14 dagen) waarin je de ‘aanschaf’ van de verzekering ongedaan kunt maken.
Het is slim om elk jaar je verzekeringen door te nemen. Klopt alles nog? Is je inboedel meer waard geworden? Reis je meer? Heb je een dure scooter gekocht? Als er veel in je leven verandert, kan het nodig zijn dat je je verzekeringen aanpast.
De zorgverzekering is verplicht voor iedereen van 18 jaar en ouder. Als je niet verzekerd bent, krijg je een boete. Sommige verzekeraars bieden een speciaal pakket voor jongeren aan. Vanaf je 18e kun je ook zorgtoeslag aanvragen.
Wat past bij jou?
Er zijn veel verschillende aanbieders. Naast de basisverzekering kun je kiezen voor een aanvullende verzekering. Deze is niet verplicht. Welke verzekering je kiest, hangt vooral af van je persoonlijke situatie. Vergelijkingssites kunnen je helpen om al die zorgverzekeraars en hun pakketten te vergelijken.
Begrippenlijst
- Basisverzekering: Wettelijk basispakket, verplicht voor iedereen. Het basispakket vergoedt onder andere de huisarts en medicijnen en is bij iedere zorgverzekeraar gelijk.
- Aanvullende verzekering: Ziektekosten waarvoor je je extra kunt verzekeren. Denk bijvoorbeeld aan de fysiotherapeut of logopedie. Welke kosten door de aanvullende verzekering worden vergoed, verschilt per verzekeraar. Let dus goed op waarvoor jij je nu eigenlijk verzekert.
- Tandartsverzekering: Tandartskosten kun je na je 18e apart verzekeren. Als je bijna nooit iets aan je gebit hebt en je gaat 1 keer per jaar naar de controle dan kan het goedkoper zijn om het zelf te betalen.
- Verplicht eigen risico: Iedereen heeft automatisch een eigen risico van € 385,- per jaar (2020). Als je zorgkosten hebt, betekent dat dat je (dit deel van) de kosten zelf moet betalen. Verwacht je veel ziektekosten, zet dit bedrag dan vast apart.
- Aanvullend eigen risico: Je kunt ook kiezen voor een hoger eigen risico. Bovenop het verplichte eigen risico kun je de eerste € 100,- tot € 500,- aan zorgkosten zelf betalen. Je betaalt dan minder premie, maar als je zorg nodig hebt, moet je eerst een groter deel van de zorgkosten zelf betalen.
- Eigen bijdrage: Voor bepaalde zorg uit het basispakket geldt een eigen bijdrage. Deze moet je dan altijd eerst betalen. Het maakt daarbij niet uit of je jouw eigen risico voor dat jaar al hebt betaald. De resterende kosten nadat je de eigen bijdrage hebt betaald worden verrekend met het verplichte eigen risico.
- Polis: Een verzekering is een overeenkomst die je afsluit met een verzekeringsmaatschappij. De inhoud van de verzekering (welke kosten worden vergoed en voor welk bedrag) staat vermeld op de polis. De polis is dus het bewijs dat je verzekerd bent. Deze moet je goed bewaren.
- Naturapolis: Bij dit type zorgverzekering wordt de zorg direct betaald door je verzekeraar. Je hoeft dus zelf niets voor te schieten. Je moet dan wel naar een zorgverlener gaan die is aangesloten bij jouw zorgverzekeraar.
- Restitutiepolis: Hierbij kies jij zelf de zorgaanbieder. Je betaalt de rekeningen en stuurt de facturen naar de verzekeraar. Je krijgt dit geld dan later terug. Soms krijg je niet alles vergoed, maar bijvoorbeeld 100% van het gemiddelde tarief voor zo’n behandeling. Deze polis is meestal wat duurder dan de naturapolis.
Mijn-omgeving
Als je je hebt aangemeld bij een bepaalde verzekeraar, kun je op de website inloggen met je DigiD. Je hebt dan overzicht over je eigen risico en je premie-betalingen. Zorg dus dat je een DigiD hebt aangevraagd.
Zorgtoeslag
Zorgverzekeringen zijn niet goedkoop. Daarom is er de zorgtoeslag: een bijdrage in de kosten van de Belastingdienst. Als je 18 bent, heb je zelf recht op zorgtoeslag. Het bedrag dat je krijgt hangt af van je inkomen.
Ook als je ouders je zorgverzekering betalen, kun je zelf zorgtoeslag aanvragen. Dat staat los van wie jouw verzekering betaalt.
- Hoeveel zorgtoeslag kan ik krijgen? (Belastingdienst.nl)
- Vraag zorgtoeslag aan (Belastingdienst.nl)
Als je 18 wordt, ben je meerderjarig. Je mag stemmen en zorgtoeslag aanvragen. Maar meerderjarig zijn heeft ook gevolgen voor je geldzaken: je bent zelf verantwoordelijk én aansprakelijk.
Schulden…
Ben je 18 jaar of ouder? Schulden die je maakt komen dan altijd voor jouw rekening. Je ouders hoeven dus niet op te draaien voor een schuld die jij bent aangegaan.
Schade?
Heb je een (verkeers)overtreding begaan en krijg je een boete? Dan moet je deze zelf betalen. Het kan gebeuren dat je per ongeluk iets kapot maakt wat niet van jezelf is. Meestal zal de schade dan worden betaald uit de eventuele aansprakelijkheidsverzekering van je ouders. Maar heb je expres iets van een ander kapotgemaakt, dan betaalt de verzekering niet en moet je zelf de kosten vergoeden.
Je zorgverzekering
Als je 18 wordt, moet je zelf een zorgverzekering afsluiten. Deze verplichte zorgverzekering heet de basisverzekering. Daarnaast kun je een aanvullende verzekering of een tandartsverzekering afsluiten. Deze zijn niet verplicht. Zoek daarom goed uit welke kosten uit de basisverzekering worden vergoed en welke uit een aanvullende verzekering.
GeldChecker
Vanaf je 18e verjaardag ben je financieel zelfstandig. Maar wat mag je, en wat moet je? In het online magazine GeldChecker lees je alles over jouw geldzaken.
De GeldChecker helpt je om bewuste keuzes te maken, zodat je misschien wel geld overhoudt. Je ziet wat een begroting is en wat vaste lasten zijn. En hoe jij je voordeel kunt doen met de vier vuistregels van het Nibud: check, plan, spaar, bewaar. Niet moeilijk, zo gedaan!
Jij en je geld. Lees er alles over in de GeldChecker.
Geldplan Bijna 18
Ben je nog geen 18, maar wil je nu al weten wat er dan verandert? Check dan het geldplan Bijna 18, een online tool die je helpt de noodzakelijke dingen te regelen.
Check het geldplan Bijna 18.
Kleine uitgaven zoals snoep of een bioscoopkaartje kun je meestal van je zakgeld betalen. Maar voor dure dingen heb je vast niet meteen genoeg geld. Door nu een deel van je geld opzij te zetten, kun je later iets duurs kopen.
81% van alle scholieren spaart
Als je spaart:
- Kun je iets duurs kopen dat je nu nog niet kunt betalen.
- Kun je onverwachte uitgaven meteen betalen. Bijvoorbeeld als je een nieuw scherm voor je telefoon moet betalen.
- Heb je vast een bedrag dat je later goed kunt gebruiken. Bijvoorbeeld voor rijles of als je op kamers gaat.
Onverwachte uitgaven
Sparen is niet alleen nodig om leuke dingen te kunnen kopen. Je kunt ook te maken krijgen met kosten waar je niet op hebt gerekend. Je laptop gaat kapot, je tas raak je kwijt, je scooter moet worden gerepareerd… Misschien betalen je ouders dit soort rekeningen nu, maar stel dat je het zelf moet betalen. Het is belangrijk om dan geld achter de hand te hebben. Zo kun je je rekeningen meteen betalen en kapotte spullen repareren of vervangen.
Hoeveel sparen?
Dat hangt af van je spaardoel en je andere uitgaven. Hoeveel geld heb je nodig? Wanneer wil je het kunnen kopen? Met een spaarplan kun je zien hoeveel je dan per maand moet sparen. Je andere uitgaven: hoeveel kun je per maand overhouden om te sparen?
Je kunt thuis sparen, bijvoorbeeld in een spaarpot of een aparte portemonnee. Of je spaart via de bank. Daar heb je weer keuze uit verschillende soorten spaarrekeningen.
Thuis of op de bank?
- Thuis: het is makkelijk, je stopt het geld zo in een spaarpot of kistje en je ziet meteen hoeveel je al hebt. Je kunt ook vragen of je ouders het willen bewaren. Het nadeel is dat je snel in de verleiding komt om het geld weer te pakken en uit te geven. Op een spaarrekening is de kans dat je dat doet veel kleiner
- Bank: je krijgt rente (al is dat op het moment historisch laag) over het bedrag dat op je spaarrekening staat. Daarnaast is het veiliger om je geld op de bank te hebben dan het thuis in een spaarpot te bewaren.
31% van de scholieren spaart via een spaarrekening
Soorten spaarrekeningen
Banken hebben voor jongeren vaak speciale jongerenrekeningen, waarbij je ook rente krijgt op je betaalrekening. Daarnaast zijn er allerlei soorten spaarrekeningen.
Van de ene spaarrekening kun je geld opnemen wanneer je dat wilt. Maar als je je geld voor langere tijd vastzet, krijg je vaak een hogere rente. Dat betekent dus dat je een tijdje niet bij je geld kunt. Bij weer een ander soort spaarrekening ben je verplicht om elke maand een vast bedrag te sparen. Bedenk dus eerst goed hoe jij wilt sparen en welke spaarrekening daarbij past.
- Lees meer: Hoezo sparen?
Eindexamen achter de rug en diploma op zak? Of je nu naar het mbo, het hbo of de universiteit gaat: er verandert veel. Nieuwe vrienden, een nieuwe omgeving, maar ook nieuwe uitgaven, inkomsten en regelingen. Om alle uitgaven te kunnen betalen, heeft het merendeel van de studenten een lening en/of een bijbaantje. Ook krijgen veel studenten geld van hun ouders.
Studiefinanciering
Als je studeert, kan je een tegemoetkoming in de studiekosten van de overheid krijgen:
- mbo: iedereen die recht heeft op studiefinanciering ontvangt een basisbeurs, wat een gift wordt als je je diploma hebt gehaald. Het bedrag waar je recht op hebt hangt af van je studieniveau en je persoonlijke situatie (thuis- of uitwonend). Of je recht hebt op een aanvullende beurs hangt af van de inkomsten van je ouders.
- hbo of universiteit: als je voldoet aan de voorwaarden voor studiefinanciering, heb je recht op een studievoorschot. Het studievoorschot bestaat uit een leenstelsel, dit betekent dat wat je leent je moet terugbetalen. Het bedrag wat je kunt krijgen als studievoorschot is voor alle studenten hetzelfde, het maakt niet uit of je op jezelf woont of thuis bij je ouders.
Daarnaast kun je collegegeldkrediet aanvragen om het collegegeld te betalen.
Of je recht hebt op een aanvullende beurs hangt af van het inkomen van je ouders.
Lees meer over studiefinanciering: hoe werkt het precies?
Nieuwe uitgaven
Je hebt te maken met allerlei nieuwe uitgaven als je gaat studeren:
- Opleidingskosten: een bedrag dat je betaalt aan de onderwijsinstelling. Voor studenten op het hbo en de universiteit heet dit collegegeld. Op het mbo heet het lesgeld.
- Studieboeken en -materialen: deze zijn niet meer gratis zoals op de middelbare school.
- Wonen: sommige studenten blijven thuis wonen, anderen gaan op kamers. Woon je op jezelf, dan moet je o.a. huur, boodschappen, energie en verzekeringen gaan betalen. Woonlasten vormen een grote kostenpost. Een uitwonende student geeft gemiddeld € 1082,- per maand uit.
- Reiskosten: een vervolgopleiding is vaak verder van huis dan de middelbare school. Bij de studiefinanciering krijg je een vervoerskaart, zodat je gratis of goedkoper kunt reizen met het openbaar vervoer.
- Sporten, uitgaan, vakantie: dit moet je vaak zelf betalen als je studeert in plaats van dat je ouders dit voor je betalen. Als student ben je er al snel meer dan 100 euro per maand aan kwijt.
Bereid je voor met het Nibud
- Rondkomen van je studentenbudget: voor beter inzicht in je inkomsten en uitgaven
- Voor boven de 18: Een must voor iedereen die binnenkort 18 wordt! Alles over geld in een praktisch boekje.