Er kunnen in je leven dingen gebeuren waar financiële risico’s bij komen kijken: je gaat reizen, er wordt ingebroken of misschien breekt er een stuk van je tand af. Voor deze risico’s kun je je verzekeren. Hieronder de belangrijkste verzekeringen.
1. Zorgverzekering
Als je meerderjarig bent, sluit je je eigen zorgverzekering af. Zo’n verzekering is verplicht voor iedereen boven de 18. Veel verzekeraars bieden een speciaal jongerenpakket. Naast de basisverzekering kun je kiezen voor aanvullende verzekeringen.
Een zorgverzekering kost al snel tussen de € 130 en €140. Als 18-jarige heb je waarschijnlijk recht op zorgtoeslag. Dit bedrag is ongeveer € 130, dit moet je zelf aanvragen.
- Lees meer over zorgtoeslag op Nibud.nl
2. Aansprakelijkheidsverzekering
Als je iets kapot maakt of beschadigt van een ander, dan ben jij aansprakelijk voor de schade. Deze verzekering vergoedt de kosten daarvoor. Als je gaat studeren ben je meestal tot je 27ste met je ouders meeverzekerd in hun ‘aansprakelijkheidsverzekering particulieren’ (AVP).
Een ongeluk zit in een klein hoekje en kan hoge kosten met zich meebrengen. Deze verzekering is dus eigenlijk onmisbaar. Check bij je ouders na of je nog bij hen bent verzekerd. Lees goed in de voorwaarden na wat de uitzonderingen zijn.
3. Inboedelverzekering
Een inboedelverzekering vergoedt je spullen als er bijvoorbeeld brand is geweest. Duurdere inboedelverzekeringen betalen ook uit bij diefstal en vandalisme. Onder inboedel wordt niet alleen je meubels verstaan, maar ook kleding, je laptop en spelcomputer bijvoorbeeld. Het is belangrijk dat je inboedelverzekering de waarde van al je spullen dekt. Anders krijg je na een brand een te laag bedrag uitgekeerd om alles te kunnen vervangen.
Ga je op kamers, vraag dan na of er een inboedelverzekering bij de huurprijs is inbegrepen. Sommige verhuurders hebben een collectieve verzekering afgesloten.
Wat zijn uitsluitingen?
Er zijn risico’s of gebeurtenissen waarbij een verzekeraar geen geld uitkeert: de uitsluitingen. Een bekend voorbeeld is ‘opzet’, zoals het in brand steken van je eigen woning. Het is daarom belangrijk dat je bij de aanvraag alle vragen eerlijk beantwoord. Bijvoorbeeld de vragen over je gezondheid voor een levensverzekering. In de polisvoorwaarden vind je meer informatie over de uitsluitingen van jouw verzekering. Dan weet je precies waarvoor je wel en niet verzekerd bent.
Als je gebruik wilt maken van je verzekering, vul je de formulieren in die je samen met de polis hebt ontvangen. Kijk goed welke aanvullende documenten je mee moet sturen (een aankoopbewijs, rekening of de aangifte bij de politie). Als alles in orde is, wordt het geld naar je rekening overgemaakt.
Verzekeringen afsluiten
Sommige verzekeringen (zoals een reisverzekering) kun je online afsluiten. Je hebt altijd een bedenktijd (meestal 14 dagen) waarin je de ‘aanschaf’ van de verzekering ongedaan kunt maken.
Het is slim om elk jaar je verzekeringen door te nemen. Klopt alles nog? Is je inboedel meer waard geworden? Reis je meer? Heb je een dure scooter gekocht? Als er veel in je leven verandert, kan het nodig zijn dat je je verzekeringen aanpast.
De zorgverzekering is verplicht voor iedereen van 18 jaar en ouder. Als je niet verzekerd bent, krijg je een boete. Sommige verzekeraars bieden een speciaal pakket voor jongeren aan. Vanaf je 18e kun je ook zorgtoeslag aanvragen.
Wat past bij jou?
Er zijn veel verschillende aanbieders. Naast de basisverzekering kun je kiezen voor een aanvullende verzekering. Deze is niet verplicht. Welke verzekering je kiest, hangt vooral af van je persoonlijke situatie. Vergelijkingssites kunnen je helpen om al die zorgverzekeraars en hun pakketten te vergelijken.
Begrippenlijst
- Basisverzekering: Wettelijk basispakket, verplicht voor iedereen. Het basispakket vergoedt onder andere de huisarts en medicijnen en is bij iedere zorgverzekeraar gelijk.
- Aanvullende verzekering: Ziektekosten waarvoor je je extra kunt verzekeren. Denk bijvoorbeeld aan de fysiotherapeut of logopedie. Welke kosten door de aanvullende verzekering worden vergoed, verschilt per verzekeraar. Let dus goed op waarvoor jij je nu eigenlijk verzekert.
- Tandartsverzekering: Tandartskosten kun je na je 18e apart verzekeren. Als je bijna nooit iets aan je gebit hebt en je gaat 1 keer per jaar naar de controle dan kan het goedkoper zijn om het zelf te betalen.
- Verplicht eigen risico: Iedereen heeft automatisch een eigen risico van € 385,- per jaar. Als je zorgkosten hebt, betekent dat dat je (dit deel van) de kosten zelf moet betalen. Verwacht je veel ziektekosten, zet dit bedrag dan vast apart.
- Aanvullend eigen risico: Je kunt ook kiezen voor een hoger eigen risico. Bovenop het verplichte eigen risico kun je de eerste € 100,- tot € 500,- aan zorgkosten zelf betalen. Je betaalt dan minder premie, maar als je zorg nodig hebt, moet je eerst een groter deel van de zorgkosten zelf betalen.
- Eigen bijdrage: Voor bepaalde zorg uit het basispakket geldt een eigen bijdrage. Deze moet je dan altijd eerst betalen. Het maakt daarbij niet uit of je jouw eigen risico voor dat jaar al hebt betaald. De resterende kosten nadat je de eigen bijdrage hebt betaald worden verrekend met het verplichte eigen risico.
- Polis: Een verzekering is een overeenkomst die je afsluit met een verzekeringsmaatschappij. De inhoud van de verzekering (welke kosten worden vergoed en voor welk bedrag) staat vermeld op de polis. De polis is dus het bewijs dat je verzekerd bent. Deze moet je goed bewaren.
- Naturapolis: Bij dit type zorgverzekering wordt de zorg direct betaald door je verzekeraar. Je hoeft dus zelf niets voor te schieten. Je moet dan wel naar een zorgverlener gaan die is aangesloten bij jouw zorgverzekeraar.
- Restitutiepolis: Hierbij kies jij zelf de zorgaanbieder. Je betaalt de rekeningen en stuurt de facturen naar de verzekeraar. Je krijgt dit geld dan later terug. Soms krijg je niet alles vergoed, maar bijvoorbeeld 100% van het gemiddelde tarief voor zo’n behandeling. Deze polis is meestal wat duurder dan de naturapolis.
Mijn-omgeving
Als je je hebt aangemeld bij een bepaalde verzekeraar, kun je op de website inloggen met je DigiD. Je hebt dan overzicht over je eigen risico en je premie-betalingen. Zorg dus dat je een DigiD hebt aangevraagd.
Zorgtoeslag
Zorgverzekeringen zijn niet goedkoop. Daarom is er de zorgtoeslag: een bijdrage in de kosten van de Belastingdienst. Als je 18 bent, heb je zelf recht op zorgtoeslag. Het bedrag dat je krijgt hangt af van je inkomen.
Ook als je ouders je zorgverzekering betalen, kun je zelf zorgtoeslag aanvragen. Dat staat los van wie jouw verzekering betaalt.
- Hoeveel zorgtoeslag kan ik krijgen? (Belastingdienst.nl)
- Vraag zorgtoeslag aan (Belastingdienst.nl)
Als je 18 wordt, ben je meerderjarig. Je mag stemmen en zorgtoeslag aanvragen. Maar meerderjarig zijn heeft ook gevolgen voor je geldzaken: je bent zelf verantwoordelijk én aansprakelijk.
Schulden…
Ben je 18 jaar of ouder? Schulden die je maakt komen dan altijd voor jouw rekening. Je ouders hoeven dus niet op te draaien voor een schuld die jij bent aangegaan.
Schade?
Heb je een (verkeers)overtreding begaan en krijg je een boete? Dan moet je deze zelf betalen. Het kan gebeuren dat je per ongeluk iets kapot maakt wat niet van jezelf is. Meestal zal de schade dan worden betaald uit de eventuele aansprakelijkheidsverzekering van je ouders. Maar heb je expres iets van een ander kapotgemaakt, dan betaalt de verzekering niet en moet je zelf de kosten vergoeden.
Je zorgverzekering
Als je 18 wordt, moet je zelf een zorgverzekering afsluiten. Deze verplichte zorgverzekering heet de basisverzekering. Daarnaast kun je een aanvullende verzekering of een tandartsverzekering afsluiten. Deze zijn niet verplicht. Zoek daarom goed uit welke kosten uit de basisverzekering worden vergoed en welke uit een aanvullende verzekering.
Geldplan Bijna 18
Ben je nog geen 18, maar wil je nu al weten wat er dan verandert? Check dan het geldplan Bijna 18, een online tool die je helpt de noodzakelijke dingen te regelen.
Check het geldplan Bijna 18.
Kleine uitgaven zoals snoep of een bioscoopkaartje kun je meestal van je zakgeld betalen. Maar voor dure dingen heb je vast niet meteen genoeg geld. Door nu een deel van je geld opzij te zetten, kun je later iets duurs kopen.
79% van alle scholieren spaart
Als je spaart:
- Kun je iets duurs kopen dat je nu nog niet kunt betalen.
- Kun je onverwachte uitgaven meteen betalen. Bijvoorbeeld als je een nieuw scherm voor je telefoon moet betalen.
- Heb je vast een bedrag dat je later goed kunt gebruiken. Bijvoorbeeld voor rijles of als je op kamers gaat.
Onverwachte uitgaven
Sparen is niet alleen nodig om leuke dingen te kunnen kopen. Je kunt ook te maken krijgen met kosten waar je niet op hebt gerekend. Je laptop gaat kapot, je tas raak je kwijt, je scooter moet worden gerepareerd… Misschien betalen je ouders dit soort rekeningen nu, maar stel dat je het zelf moet betalen. Het is belangrijk om dan geld achter de hand te hebben. Zo kun je je rekeningen meteen betalen en kapotte spullen repareren of vervangen.
Hoeveel sparen?
Dat hangt af van je spaardoel en je andere uitgaven. Hoeveel geld heb je nodig? Wanneer wil je het kunnen kopen? Met een spaarplan kun je zien hoeveel je dan per maand moet sparen. Je andere uitgaven: hoeveel kun je per maand overhouden om te sparen?
Je kunt thuis sparen, bijvoorbeeld in een spaarpot of een aparte portemonnee. Of je spaart via de bank. Daar heb je weer keuze uit verschillende soorten spaarrekeningen.
Thuis of op de bank?
- Thuis: het is makkelijk, je stopt het geld zo in een spaarpot of kistje en je ziet meteen hoeveel je al hebt. Je kunt ook vragen of je ouders het willen bewaren. Het nadeel is dat je snel in de verleiding komt om het geld weer te pakken en uit te geven. Op een spaarrekening is de kans dat je dat doet veel kleiner
- Bank: je krijgt rente (al is dat op het moment historisch laag) over het bedrag dat op je spaarrekening staat. Daarnaast is het veiliger om je geld op de bank te hebben dan het thuis in een spaarpot te bewaren.
31% van de scholieren spaart via een spaarrekening
Soorten spaarrekeningen
Banken hebben voor jongeren vaak speciale jongerenrekeningen, waarbij je ook rente krijgt op je betaalrekening. Daarnaast zijn er allerlei soorten spaarrekeningen.
Van de ene spaarrekening kun je geld opnemen wanneer je dat wilt. Maar als je je geld voor langere tijd vastzet, krijg je vaak een hogere rente. Dat betekent dus dat je een tijdje niet bij je geld kunt. Bij weer een ander soort spaarrekening ben je verplicht om elke maand een vast bedrag te sparen. Bedenk dus eerst goed hoe jij wilt sparen en welke spaarrekening daarbij past.
- Lees meer: Hoezo sparen?
Eindexamen achter de rug en diploma op zak? Of je nu naar het mbo, het hbo of de universiteit gaat: er verandert veel. Nieuwe vrienden, een nieuwe omgeving, maar ook nieuwe uitgaven, inkomsten en regelingen. Om alle uitgaven te kunnen betalen, heeft het merendeel van de studenten een lening en/of een bijbaantje. Ook krijgen veel studenten geld van hun ouders.
Studiefinanciering
Als je studeert, kan je een tegemoetkoming in de studiekosten van de overheid krijgen.
Als je mbo, hbo of universiteit doet, kun je gebruik maken van studiefinanciering. Studiefinanciering bestaat uit verschillende onderdelen, zoals de basisbeurs, aanvullende beurs, een lening en een studentenreisproduct (Ov-kaart). De studiefinanciering wordt geregeld door DUO.
Lees meer over studiefinanciering: hoe werkt het precies?
Nieuwe uitgaven
Je hebt te maken met allerlei nieuwe uitgaven als je gaat studeren:
- Opleidingskosten: een bedrag dat je betaalt aan de onderwijsinstelling. Voor studenten op het hbo en de universiteit heet dit collegegeld. Op het mbo heet het lesgeld.
- Studieboeken en -materialen: deze zijn niet meer gratis zoals op de middelbare school.
- Wonen: sommige studenten blijven thuis wonen, anderen gaan op kamers. Woon je op jezelf, dan moet je o.a. huur, boodschappen, energie en verzekeringen gaan betalen. Woonlasten vormen een grote kostenpost. Een uitwonende hbo/wo student geeft gemiddeld € 1.413 per maand uit.
- Reiskosten: een vervolgopleiding is vaak verder van huis dan de middelbare school. Bij de studiefinanciering krijg je een vervoerskaart, zodat je gratis of goedkoper kunt reizen met het openbaar vervoer.
- Sporten, uitgaan, vakantie: dit moet je vaak zelf betalen als je studeert in plaats van dat je ouders dit voor je betalen. Als hbo/wo student ben je er al snel ongevere € 239 per maand aan kwijt.
Bereid je voor met het Nibud
- Rondkomen van je studentenbudget: voor beter inzicht in je inkomsten en uitgaven
- Voor boven de 18: Een must voor iedereen die binnenkort 18 wordt! Alles over geld in een praktisch boekje.
Als je iets wilt kopen waarvoor je het geld niet hebt, kun je gaan sparen óf je kunt geld lenen. Lenen kan handig zijn: je kunt direct iets kopen. Maar heb je ook genoeg inkomsten om het geld (aflossing en rente) terug te betalen? Anders kun je je aankoop beter uitstellen.
Check: wil ik lenen?
- Heb ik het echt nodig?
- Kan ik ervoor sparen?
- Als ik ga lenen, kan ik die lening dan ook terugbetalen?
Als je vaak moet lenen, geef je te veel geld uit. Je zult dan moeten bezuinigen of zorgen voor meer geld.
Bij wie kun je lenen?
- Bij je ouders: Je kunt bijvoorbeeld om een voorschot op je zakgeld of kleedgeld vragen. Houd er wel rekening mee dat je dan later langer moet wachten.
Spreek samen duidelijk af wanneer en hoe je gaat terugbetalen, bijvoorbeeld elke week of elke maand. Schrijf deze afspraken ook op. - Bij vrienden: Veel scholieren lenen van elkaar. Kleine bedragen voor een blikje cola, maar ook grotere bedragen. Spreek af wanneer je terugbetaalt en houd je daaraan. Heb je geld uitgeleend maar niet teruggekregen? Vraag er gerust om, ook al is dat soms lastig. Handige apps kunnen je daarbij helpen.
- Van de bank: Onder de 18 kun je in Nederland niet zelf geld lenen bij de bank. het kan soms alleen als je ouders voor je tekenen, net als bij het kopen van een scooter op afbetaling. Dit betekent ook dat wanneer je niet in staat bent de lening af te betalen, je ouders dat moeten doen.
Als je leent…
- Krijg ik genoeg geld binnen om de lening en rente terug te betalen?
- Zorg dat je niet langer aan het terugbetalen bent dan dat je je aankoop kunt gebruiken. Dus: leen je voor een laptop die je twee jaar wilt gebruiken? Dan moet je zorgen dat je ook binnen twee jaar weer van die lening af bent. Anders betaal je nog steeds voor iets dat je al niet (meer) hebt.
- Betaal niet meer rente voor je lening dan nodig is. Vergelijk de percentages en de voorwaarden en zeg niet meteen ja.
Elke betaalmethode heeft zijn eigen voor- en nadelen. Dit zijn de meestgebruikte voor scholieren.
1. Pinnen
Er wordt meer gepind dan contant betaald. Pinnen is vooral handig voor grotere uitgaven zoals kleding en schoenen. Daarnaast hoef je niet met veel geld over straat, wel zo veilig. Er is echter een groot nadeel: (1) je ziet niet hoeveel je hebt uitgegeven en hoeveel er nog op je rekening staat. Daardoor geef je snel meer uit dan gepland.
2. Contant
Met contant geld zie je precies wat je uitgeeft en hoeveel je nog hebt. Door 1 of 2 keer per week een vast bedrag te pinnen, geef je niet meer uit dan je van plan was. En je kunt niet méér uitgeven dan je op zak hebt. Nadeel is dat je het geld kwijt bent als je het verliest. Heb je geld geleend en alweer terugbetaald?
Bij internetbankieren op je computer of mobiel bankieren op je telefoon kun je op je rekeningoverzicht zien (en bewijzen) wie je hebt betaald. Bij contant geld moet je dat zelf bijhouden.
3. iDEAL
Met iDEAL kun je aankopen op internet betalen. De betaling verloopt direct online via internetbankieren. Als je betaalt via iDEAL (aan het logootje op de site van de webwinkel zie je of dat kan), geef je aan bij welke bank je zit. Daarna wordt een verbinding met de site van jouw bank gemaakt en kun je betalen.
4. Contactloos betalen met je mobiel
Contactloos betalen kan tot een bepaald bedrag. Je hoeft dan niet eens meer je pincode in te voeren. Check bij je bank wat de spelregels zijn. Contactloos betalen met je mobiel kan ook: houd je telefoon daarvoor kort dicht bij de betaalautomaat. Per bank zijn de voorwaarden anders.
5. Automatisch incasso
Heb je vaste, terugkerende uitgaven? Automatisch betalen kan dan handig zijn. Dat kan op twee manieren:
Een machtiging: automatische incasso
Hierbij geef je een bedrijf of organisatie toestemming om geld van jouw rekening af te schrijven, éénmalig of op een regelmatig tijdstip (bijvoorbeeld elke maand). Denk hierbij bijvoorbeeld aan een mobiele telefoon abonnement of de contributie van een sportvereniging. Het is handig voor bedrijven omdat ze dan zeker weten dat ze hun geld op tijd krijgen en jij kan het niet vergeten.
Nadeel is dat je minder zicht hebt op het geld dat van je rekening wordt afgeboekt. Controleer daarom altijd achteraf je afschrijvingen: kloppen de bedragen en zijn er niet ongevraagd méér bedragen afgeschreven?
Een periodieke overschrijving
Jij geeft de bank de opdracht om op een vast tijdstip (bijvoorbeeld 1 keer per kwartaal) geld over te maken naar een andere rekening, zoals je spaarrekening. Dit kun je instellen via internetbankieren. Je kunt eventueel een termijn instellen voor hoe lang de betalingen door moeten lopen (bijvoorbeeld een aantal maanden).
Er zijn ook allerlei apps die je kunt gebruiken met je vrienden om gezamenlijke kosten makkelijk op een rijtje te hebben, zoals bijvoorbeeld ‘’wiebetaaltwat’’. In deze app kan iedereen van een vriendengroep zijn kosten voor bijvoorbeeld een avondje stappen invoeren. Aan het eind kun je berekenen wie nog wat moet betalen en wie wat terugkrijgt.
- Lees meer over apps waarmee je gezamenlijke uitgaven kunt verrekenen.
In apps, op websites, in etalages en in folders: overal zie je aantrekkelijke aanbiedingen. Maar zijn ze echt zo voordelig? Koop je uiteindelijk juist niet meer dan je van plan was?
Bereken je voordeel in euro’s
Het tweede exemplaar voor 1 euro, 30% korting, vaste-klanten special: winkels brengen hun aanbieding altijd zo aantrekkelijk mogelijk. Zo word je verleid om iets te kopen. Maar hoeveel korting krijg je echt? Onze tips:
1. Bereken de korting in euro’s.
2. Bereken de nieuwe prijs: de oorspronkelijke prijs min de korting.
3. Vergelijk de nieuwe prijs met vergelijkbare producten in andere winkels.
4. Houd rekening met alle bijkomende kosten.
Blijf aanbiedingen de baas
Heb je iets nodig of wil je iets graag hebben? Kijk dan vooral of er een aanbieding is waarvan je kunt profiteren. Dat komt dan alleen maar goed uit. Maar was je eigenlijk niet van plan om geld uit te geven? Ga je iets kopen alleen omdat het is afgeprijsd? Doe het dan niet.
Je bent alleen maar méér kwijt en je kunt je geld maar één keer uitgeven. Koop ook niet meer dan de bedoeling was. Heb je trek in chips? En zie je een aanbieding ‘3 halen 2 betalen’? Daarmee ben je toch 2x zoveel geld kwijt dan wanneer je gewoon die ene zak koopt.
Laat je dus niet zomaar verleiden!
Pinnen is een veilige manier van betalen. Tenminste, als je je houdt aan de spelregels: houd je pincode geheim en leen je pinpas nooit uit. Wat kan er anders gebeuren?
Feit: 90% van de scholieren heeft een eigen pinpas
Geldezels
Criminelen kunnen jongeren op straat, op scholen, maar ook via internet (bijvoorbeeld Facebook) vragen om tegen betaling hun pinpas en pincode uit te lenen. Je rekening wordt dan gebruikt om geld wit te wassen. Jongeren die hieraan meewerken worden geldezels genoemd. Ze plegen een strafbaar feit. Waarschijnlijk denk je: dat overkomt mij niet. Maar soms lijkt het alsof diegene geen kwade bedoelingen heeft. Of je denkt: dat is makkelijk verdienen. En dan is je pinpas sneller uitgeleend dan je denkt.
Skimmen
Skimmen gebeurt bij een pinautomaat. Criminelen kopiëren de magneetstrip van een pinpas en kijken stiekem mee om achter de pincode te komen. Zo kunnen ze later een kopie van de pas maken en geld opnemen van jou rekening. Wanneer je je pincode moet gebruiken, zorg dan dat anderen niet mee kunnen kijken, bijvoorbeeld door het met je hand af te schermen.
Phishing
Reageer nooit op mailtjes die van je bank lijken te komen, waarin wordt gevraagd om een wachtwoord of inlogcodes. Deze mailtjes kunnen afkomstig zijn van internetcriminelen die achter jouw bankgegevens proberen te komen, dat heet phising.
Onbetrouwbare webwinkels?
Webwinkels van bekende aanbieders kun je over het algemeen vertrouwen. Maar bij kleinere, onbekende winkels en op veiling- of advertentiewebsites, is het soms moeilijk om in te schatten of de verkoper zal doen wat hij belooft. Enkele tips:
- Koop bij een bekende (internet) winkel.
- Vraag vrienden en familie naar hun ervaringen.
- Vergelijk prijzen en lees meningen van anderen op internet.
- Heeft de winkel het Thuiswinkel Waarborg?
Blijf alert: zijn de prijzen te mooi om waar te zijn, ziet de website er amateuristisch uit of ontbreken contactgegevens? Zit er een spelfout in de naam van de site? Dan is het verstandig om verder te kijken. Bestaat het bedrijf echt? Wat zijn de ervaringen van andere klanten?
Tip: check een webshop aan de hand van vier eenvoudige stappen (Consuwijzer).
Contactloos betalen
Bij contactloos betalen hoef je tot een bepaald bedrag in een winkel je pincode niet in te voeren. Wees wel bewust van de gevaren, het is namelijk voor een crimineel redelijk makkelijk om geld van je rekening af te halen.
Dit kan je voorkomen door
- Het contactloos betalen uit te zetten.
- Het limiet aan te passen.
- Een metalen hoesje om je betaalpas te doen.